“De oliepalm heeft weinig vrienden en is graag alleen”

“Op een verzengende middag reis ik met een Marind-vrouw en haar gezin naar een stuk verwoest bos aan de rand van de plantagegrens, waar arbeiders de weg hebben vrijgemaakt voor oliepalmbomen. Circia is een imposante vrouw van achter in de 50. Maar haar voetstappen zijn zacht, bijna stil wanneer ze ons over de natte gronden van Merauke leidt. […] Het stuk voormalig bos waar we die hete middag naartoe reizen is een heilige plek die toebehoort aan haar clan en deel uitmaakt van het leefgebied van de Marind-stam. Hoewel de Marind voor hun dagelijks levensonderhoud afhankelijk zijn van het bos, is Circia niet met haar kinderen en kleinkinderen hierheen gereisd om te verzamelen of te jagen. Ze zijn gekomen om te rouwen.”

Marind en rouw | Papua dalam hatiku
Een oliepalm in een recent leeggeruimd veld - Foto: Vembri Waluyas

Bovenstaande woorden zijn van Sophie Chao (mei 2023, p. 2). Deze milieu-antropoloog, verbonden aan de Universiteit van Sydney, deed ruim acht jaar lang onderzoek onder de Marind. Ze leerde van Circia en anderen hoe je rouwt om een bos zoals je rouwt om een dierbare die je is ontvallen.

Mens, dier en plant als gelijke
De Marind-stam leeft in het zuiden van Papua en is van oudsher afhankelijk van het bos voor hun dagelijkse levensonderhoud. De Marind leven van planten en dieren, waaronder sagopalmen, yams, papaya’s, bananen, herten, vissen, vogels, buidelratten, kasuarissen, krokodillen en varkens. Ze behandelen deze planten en dieren met eerbied en zorg. Ze voeden immers de mens. Maar het is meer dan alleen respect; de Marind zien zichzelf als onderdeel van een groter sociaal systeem, waarbij de mens even belangrijk is als andere levende soorten op aarde. Dat is goed zichtbaar in het taalgebruik van de Marind: planten en dieren worden vaak aangeduid als ‘grootouders’ (amai) of ‘broers en zussen’ (namek). We delen huid, bloed, sap en vocht. We zijn zelfbewust en hebben een specifiek karakter. We voelen allemaal pijn en hebben elkaar nodig (Chao, maart & mei 2023).

De Marind zien zichzelf als onderdeel van een groter sociaal systeem. Planten en dieren worden vaak aangeduid als ‘grootouders’ (amai) of ‘broers en zussen’ (namek). We delen huid, bloed, sap en vocht.

Sagopalm: voedzaam, vruchtbaar en sociaal
Er is geen andere plant waarbij de intense relatie tussen Marind en natuur meer tot uiting komt dan bij de sagopalm. Een plant waarvan alle delen gebruikt worden: het zachte vruchtvlees uit de binnenzijde wordt verwerkt in maaltijden, de bast wordt onder meer gebruikt om doeken van te maken. Het planten en oogsten is bij uitstek een vrouwentaak en een sociale gebeurtenis. De Marind-vrouwen werken, zweten, zwoegen en eten samen. Banden worden aangehaald en versterkt, onderling en met de sagoplant zelf. De plant voedt de mens, de mens verzorgt de plant. 

Aanval op één is een aanval op allen
Maar deze harmonie tussen mens, dier en plant wordt bedreigd. Sinds 2010 is ongeveer 1,2 miljoen hectare land in de regio Merauke toegewezen aan 36 nationale en internationale bedrijven voor de ontwikkeling van oliepalm-, hout- en suikerrietplantages. De plantages variëren in grootte van 20.000 tot meer dan 300.000 hectaren. Ze dringen sagobossen, jachtgebieden en heilige (begraaf)plaatsen van de Marind binnen.

Sinds 2010 is ongeveer 1,2 miljoen hectare land in de regio Merauke toegewezen aan 36 nationale en internationale bedrijven voor de ontwikkeling van oliepalm-, hout- en suikerrietplantages.

Marind en rouw | Papua dalam hatiku
Bereiding van sago
Marind en rouw | Papua dalam hatiku
Veel Marinds leven van het bos en de natuur

Oliepalm: vreemd, buitenlands en koloniaal
Als we de gevolgen van oliepalmplantages voor de Marind goed willen begrijpen, dan moeten we proberen met hun ogen naar de situatie kijken.

De oliepalm heeft weinig vrienden en is graag alleen. – Marind

In plaats van de vertrouwde sagopalm, is daar de oliepalm. Een plant met een onverzadigbare honger naar land en water. Hij vreet aan de grond en veroorzaakt erosie en verzilting. Hij vervuilt de rivier en laat deze leeg en droog achter. Het is een plant die alles verdrijft wat in zijn buurt probeert te groeien en leven: mens, dier en plant.

Zijn doornen zijn scherp als messen, zijn vruchten zijn hard en rond als kogels met de rode kleur van bloed. – Marind

De zwart-groene kleur van de oliepalm doet militair aan. De plant wordt dan ook een symbool voor de aanwezigheid van het Indonesische leger die op veelal gewelddadige wijze huishoudt in Papua.

De oliepalm heeft ook een familie en een huis, ergens ver weg. Waar is zijn familie, waar is zijn land? Wordt hij niet gemist? Wil hij niet terugkeren naar hen? – Marind

De oliepalm komt met velen, maar zijn roots liggen ergens anders. Net als de vele (Indonesische) transmigranten in Papua die de oorspronkelijke inwoners tot een minderheid maken. Vandaag de dag bestaat Merauke’s bevolking voor ongeveer 70% uit transmigranten. Voor de Marind is het idee dat je mens, plant en dier kunt ontwortelen van hun oorspronkelijke plek ondenkbaar. Niet voor niets doen zij nauwelijks aan cultivering, omdat zij de directe vrijheid van planten en dieren niet willen wegnemen.

De oliepalm prikkelt niet alleen frustratie maar ook nieuwsgierigheid en soms zelfs medelijden. Want hoe anders is deze plant dan alles wat de Marind kennen: de genetisch gemodificeerde zaden groeien in plastic tassen om uiteindelijk via kassen terecht te komen in onbekende grond ver van huis, onder totale menselijke controle. Een wereld waarin planten gewelddadig gemanipuleerd, weg worden gehaald uit hun natuurlijke habitat om uiteindelijk in de vorm van calorieën in een mensenlichaam terecht te komen, is de Marind vreemd. In die zin is de oliepalm dan ook zowel een vijand als zelf ook slachtoffer van menselijk handelen (Chao, maart 2023).

Marind en rouw | Papua dalam hatiku
Gezin uit Merauke

Rouw als vorm van verzet
Veel Marinds rouwen samen om deze aantasting van hun leefomgeving. Hun verdriet gaat veel verder dan alleen verlies van grond. Ze zijn getuige van een omgang met de aarde die hen totaal vreemd is. Bij de ceremonie van rouw delen de Marind ‘huid en nattigheid’, een reeks gebruiken die igid dubadub wordt genoemd. De grond wordt aangeraakt en vermengd met tranen.

Zo ook door Circia en haar familieden, vertelt Sophie Chao. Ze zitten op de grond in een cirkel en nemen een moment van stilte. Daarna weven ze nokens, steeds een klein stukje waarna de tas wordt doorgeven aan de volgende in de kring. Het is een sociale handeling. De aanwezigen overstemmen met hun zang het geluid van kettingzagen van verderop in het bos. Na het weven lopen ze over de verwoeste grond en begraven ze dieren die het slachtoffer zijn geworden van de werkzaamheden. Ze strijken sporen glad die door bulldozers in de grond zijn getrokken en planten bamboescheuten als protest. Een veerkrachtige plant die onder alle omstandigheden in een oogwenk nieuw leven brengt in uitgeputte grond. Circia: “Zo kunnen de littekens van de aarde genezen” (Chao, mei 2023).

Chao, Sophie – In the shadow of the palms: Dispersed Ontologies among Marind, West Papua (maart 2023) – Antennae, journal article

Chao, Sophie – How to mourn a forest (mei 2023) – www.aeon.co/essays/how-to-mourn-a-forest-a-lesson-from-west-papua