‘Ik zal overal zingen waar ze niet naar ons luisteren’

Wie Eef Mamoribo (81) heeft horen zingen, weet dat haar stem niemand onberoerd laat. In haar liedjes vertelt ze over de onderdrukking van de Papoea’s, maar ook over hoop, moed en liefde. Julia Jouwe (25) had haar nog nooit ontmoet en zocht haar op.

Door Julia Jouwe

Julia Jouwe en Eef Mamoribo
Julia Jouwe & Eef Mamoribo

“Vindt u het goed dat ik u nene Eef noem, want mijn vader noemt u tante”, vraag ik aan het begin van ons gesprek. Ze knikt vanuit haar stoel waarin ze al klaar zit voor het gesprek en heet me welkom in haar woning. Ze vertelt dat ze net is thuisgekomen van yogales. Terwijl haar dochter Yvonne thee en taart serveert, peuzelt ze snel een paar boterhammen met kaas op.

Ik heb nene Eef nog niet eerder ontmoet, maar al wel veel over haar gehoord, evenals over de mede door haar opgerichte zang- en dansgroep Sampari, een waar begrip binnen de Papuagemeenschap. Op de grond naast haar staat een rieten mand met teksten en bladmuziek van Sampari en tijdens ons gesprek klinkt het gezang van de groep zachtjes op de achtergrond.

Ze laat me oude cassettebandjes zien met opnames van haarzelf en van Mambesak, de befaamde eind jaren zeventig door Arnold Ap opgerichte muziekgroep. “Ik vind het echt lief dat je interesse in mij hebt” zegt ze bescheiden, alsof de eer niet volledig aan mij zou zijn.

Tijdens het gesprek met nene Eef raak ik onder de indruk van haar levenslust. Dat komt niet alleen door het feit dat ze yogalessen volgt en andere activiteiten in de wijk onderneemt, maar vooral door haar verhaal en hoe ze het vertelt. Ze straalt tijdens het vertellen.

Nene Eef: “Ik was eens in Engeland en begon onze liedjes te zingen. Een vrouw die aan het luisteren was, kon op een gegeven moment niet meer stoppen met huilen. Naderhand kwam ze naar mij toe en zei: ‘Mevrouw, ik ken uw taal niet, maar wat u brengt raakt mij.’ Op dat moment dacht ik: hé, als dit haar kan raken… Dus ben ik overal gaan zingen en al die mensen moesten huilen.”

Eenmaal doordrongen van de kracht van muziek én van het besef dat zij ook zelf over die kracht beschikt, geeft nene Eef zich hier volledig aan over. Ze raakt al snel bekend om haar prachtige stem en haar talent om iedereen met haar gezang kippenvel te bezorgen.

uit het persoonlijke archief van nene Eef

Eef Mamoribo

Dansgroep Sampari. Eef Mamoribo was lange tijd zangeres/danseres in de groep en schreef Wor-liederen voor de dansgroep. Wor-liederen zijn verhalende liederen.

Foto uit het boek ‘Dochters van de Archipel’

Eef merkt dat ze mensen kan laten voelen waar een lied over gaat, ook al kunnen ze de tekst niet verstaan. Met de liedjes van Sampari vertelt ze verhalen over wat Papoea’s in West Papua zelf meemaken. Vaak zijn het verdrietige of pijnlijke verhalen, maar het gaat altijd over liefde voor de mensen en het land.

Ze keert terug naar West Papua op het moment dat dat weer kan. Jarenlang zijn de Papoea’s die in 1962 moesten vluchten niet welkom om een bezoek te brengen aan hun land, tot daar in de jaren zeventig verandering in komt. Toch blijft het voor mannen minder makkelijk om terug te gaan dan vrouwen. Kennelijk ziet Indonesië in hen een grotere bedreiging; een vorm van onderschatting die het nene Eef mogelijk maakt op pad te gaan. Eenmaal terug in West Papua moet ze zich regelmatig melden bij een Indonesische overheidspost. De situatie is gespannen: ze mag in eerste instantie zelfs niet naar haar eigen dorp. Desalniettemin zoemt overal het gefluister rond met gevoelige informatie en voelt ze hoe alom het hart van de onafhankelijkheidsstrijd klopt.

Tijdens haar eerste bezoek trekt nene Eef de jungle in. Zij heeft zichzelf een missie gegeven: “Ik zal alles opschrijven en overal zingen, want zelfs naar de politieke figuren, zoals Jouwe en Kaisiëpo, wordt niet geluisterd. Maar ze moeten een keer naar ons gaan luisteren.” De geheimzinnigheid die als een sluier om de verschrikkelijke verhalen heen hangt, motiveert haar om door te gaan. In de jungle verblijft ze een tijd bij de Worgemeenschap om hun liedjes te leren. “De liedjes gaan over onschuldige vrouwen en kinderen die het leven lieten, over moed en hoop, maar bovenal over liefde voor het land en de mensen.”

eef mamoribo

Wos ya Mande bo i, kabares imrain – Niet alleen maar praten, je moet ook roeien om vooruit te komen.

Biakse gezegde

Iring Tuhan

Iring dikau sadja Tuhan
Ada damai Sepenuh
Tidak lain djalan slamat
Tjuma oleh darahmu

Begeleid je, God
Er is volledige rust
Niets dan een veilige weg
Alleen door je bloed

songtekst Eef Mamoribo

Eenmaal terug in Nederland beseft nene Eef dat zij strategisch gebruik moet maken van de veilige positie waarin zij zich bevindt. Tijdens een van haar eerste bezoeken ontmoet ze Arnold Ap. In één nacht neemt hij een heel cassettebandje op. Nene Eef nam zijn liedjes in het geheim mee naar Nederland. “Je kan niet egoïstisch zijn”, legt ze uit.

In haar verhaal herken ik iets: “Als het praten niet werkt, ga ik ook zingen”, zeg ik. Waarop nene Eef antwoordt: “Je mag wel van mij leren, kom maar een andere keer terug en dan ga ik je leren zingen. Ik heb gehoord van jou, je bent echt fanatiek. Ik vind dat leuk!”

Aan het eind van onze ontmoeting komen we tot de conclusie dat we van ons verdriet onze kracht zullen maken.

“Pas maar op”, zeg ik.
“We komen eraan!” vult nene Eef aan.

Voordat ik weg ga zingen we samen het laatste lied van Arnold Ap: ‘Hidup Ini’.

benieuwd naar de stem van Nene Eef?

Julia Jouwe
Over de auteur

Julia Jouwe (25) behoort tot een van de Papoea-families die in 1962 als politieke vluchtelingen naar Nederland kwamen. De opa van Julia, Nicolaas Jouwe, heeft de Morgenstervlag ontworpen en was samen met Markus Kaisiëpo vice-voorzitter van de Nieuw-Guinea Raad.

Julia is mede-oprichter van de The Young Papua Collective. Deze organisatie biedt (Papoea-)jongeren de gelegenheid om in contact te komen met hun Papoea-identiteit en met elkaar. Ze heeft journalistiek en biomedische wetenschappen gestudeerd.