Title Image

Dubbelbloed: dat ‘kwartje’ betekent veel voor mij

Als Robbert van der Linde (27) over Papua vertelt, begint hij te stralen. Hij bezocht het geboorteland van zijn oma meerdere keren. Het verhaal van de Papoea’s werd hem met de paplepel ingegoten. Voor zijn moeder, die zelf de eerste jaren van haar leven in Boma opgroeide (binnenland van Papua), was het belangrijk om haar kinderen te vertellen over hun roots. Maar zo vanzelfsprekend als Papua binnenshuis was, zo onbekend was én is het daarbuiten. En dat kan best lastig zijn, zeker wanneer de buitenwereld jou de ruimte afneemt om je te voelen wat je bent. Niet een beetje Papoea en een beetje Nederlander, maar het beste van beide werelden.

Dubbelbloed - Robbert | Papua dalam hatiku

Derde generatie Papoea in Nederland
“Papua betekent veel voor mij. Mijn Nènèk, oma (red.), komt van het eiland en heeft ons altijd meegegeven hoe belangrijk Papua voor haar is. Zonder Papua bestond ik niet. Uit de cultuur van de Papoea’s herken ik dingen die voor mij ook belangrijk zijn: gastvrijheid, graag onder de mensen willen zijn en waarde hechten aan familie.

Soms vraag ik me af wat het eigenlijk nog betekent om derde generatie Papoea in Nederland te zijn. Dat komt vooral door reacties uit mijn omgeving. Als ik uitleg dat ik driekwart Nederlands ben en een kwart Papoea, wordt al snel aangenomen dat ik daar dus niet zoveel bij voel. Dat is moeilijk om te horen want voor mij betekent dat ‘kwartje’ eigenlijk best wel veel. Maar wat precies, dat is lastig uitleggen.

Als ik uitleg dat ik driekwart Nederlands ben en een kwart Papoea, wordt al snel aangenomen dat ik daar dus niet zoveel bij voel. Dat is moeilijk om te horen want voor mij betekent dat ‘kwartje’ eigenlijk best wel veel.

Gevoel van trots
“Ik voel met het meest Papoea wanneer ik andere Papoea’s of mensen ontmoet die een binding voelen met dit volk. Dat gevoel van ergens bij horen maakt me trots. Dat heeft niet zoveel te maken met wat voor bloed er door je aderen stroomt. Zo bijten mijn schoonouders zich nu bijvoorbeeld ook vast in mijn familiegeschiedenis. Als ik hen mijn verhaal vertel, leg ik iets uit over mijzelf. Over waarom ik ben zoals ik ben, hoe ik eruit zie, waar ik trots op ben en wat voor gevoel dit me geeft.

Er zijn een paar vaste verhalen over Papua die bij ons thuis steeds weer verteld worden. Als we verhalen vertellen, halen we herinneringen boven. Bijvoorbeeld aan onze reizen naar het eiland. Dat roept herkenning op bij elkaar. Maar ik zoek ook steeds vaker naar de verhalen van anderen, bijvoorbeeld door boeken te
lezen. Ik denk dat het me zou helpen om mijn verhaal te delen met anderen die ook zoekende zijn. Om je onderdeel van te voelen van een groep mensen die ‘iets’ heeft met Papua. Om te zoeken naar wat je met elkaar gemeen hebt. Want ik merk dat hoe vaker ik mijn verhaal vertel, hoe meer ik begrijp van hoe ik zelf in elkaar steek.”