Title Image

Over voetballen op blote voeten en een verdwijnende identiteit

Alje Drost (71) is slechts twee jaar oud wanneer hij in ’52 met zijn vader, moeder, broer en zus per schip de oversteek maakt naar Australië. Om vanaf daar per vliegtuig via Biak te vertrekken naar hun eindbestemming: Hollandia. Wanneer het gezin Drost voor het eerst met verlof terugkeert is Alje 5 jaar oud. Nederland is hem onbekend en hij herinnert zich vooral de kou nog goed. Nieuw-Guinea (zoals Papua destijds nog heette) was in korte tijd hun thuis geworden. “Voor mij als kind was het leven daar een avontuur. Maar het contrast met het Papua van vandaag is enorm” vertelt Alje. Hij maakt zich zorgen over het verdwijnen van de identiteit van de Papoea’s. Juist dat doet hem besluiten om een stukje van zijn levensverhaal te delen. Want wie het heden wil begrijpen, moet naar het verleden kijken. 

Identiteit - Alje | Papua dalam hatiku
Alje op bezoek in de kampong

Hoe het allemaal begon
Eenmaal in Hollandia gaat de vader van Alje als predikant aan de slag voor de Nederlands sprekende gemeenschap. Met regelmaat moet hij op tournee naar het binnenland. Op die momenten staat de moeder van Alje alleen voor de zorg van drie jonge kinderen. En dat is niet altijd makkelijk. Het gezin moet wennen aan de warmte, het ongedierte en het gebrek aan voorzieningen. Ook steekt heimwee de kop op. Toch gaat de knop om: dit is vanaf nu ons thuis. 

De vader van Alje zet zich – net als vele anderen – in voor de opbouw van de samenleving. Zo bouwt hij samen met gemeenteleden eigenhandig twee kerken en komt er onder meer een christelijke lagere school en reclasseringsdienst. De opbouw beperkt zich niet tot de Hollandse, Indische en Molukse inwoners, maar bereikt ook de Papoea’s in de kampongs en daarbuiten. Alje: “Nederland bereidde de Papoea’s voor op een zelfstandige toekomst. Dat gebeurde van onderaf. Zo werden Papoea’s bijvoorbeeld opgeleid voor praktische beroepen, zoals politieagent, mantri (verpleger), technicus, onderwijzer of ambtenaar.” 

De moeder van Alje speelt een minstens zo belangrijke rol. Ze vangt iedereen op die maar iets nodig heeft of een luisterend oor kan gebruiken. Van jonge ambtenaren en onderwijzeressen tot marinejongens, die huis en haard hadden verlaten om in Nieuw-Guinea hun dienstplicht te vervullen.

Voetballen op blote voeten
Alje gaat in Hollandia naar de kleuterschool en later naar de pas opgerichte lagere school. In zijn klas zitten vooral Nederlandse en Indische kinderen. “De school begon rond half 8 maar voor die tijd waren we al aan het voetballen op het plein. Op blote voeten natuurlijk, schoenen gingen pas aan wanneer we naar binnen moesten. Rond half 1 was de school uit en lunchten we thuis met rijst, vlees uit blik, ei, groente en soms wat vis. Een paar keer per week gingen we naar het strand. Na een verplicht middagdutje speelden we nog even en vervolgens was de dag weer om. Het was geweldig! Samen met broer Henk en vriendjes was ik altijd buiten te vinden.”

Het kost Alje geen enkele moeite om de details uit zijn jeugd boven te halen. Van liften naar de haven tot zwemmen bij de jachtclub, het staat hem nog helder voor de geest. Op straat en in de kampong ontmoet hij veel Papoea’s, wat hij altijd leuk vond.

Identiteit - Alje | Papua dalam hatiku
Links: ouders Drost voor de qonset (eerste woning) - midden & rechts: Papoea's worden opgeleid voor diverse beroepen

Cultuurshock in Nederland
In ‘56 gaat gezin Drost voor het eerst op verlof naar Nederland. Bij gebrek aan woning worden de kinderen bij (onbekende) familieleden ondergebracht. Met de kennis van nu noemt Alje dit bezoek een kleine cultuurshock. “Ik herinner me vooral de kou. En ik zag dingen die ik in Nieuw-Guinea wel geleerd maar nog nooit gezien had. Zoals huizen met verdiepingen, schoorstenen en melk uit een koe! Melk uit blik was toch lekkerder..” Wanneer het gezin terugkeert naar Hollandia blijft de zus van Alje, dan 12 jaar oud, in Nederland achter vanwege haar scholing. Dat blijkt voor iedereen moeilijk. Het gemis is groot want Nieuw-Guinea was intussen het thuis geworden voor alle gezinsleden.

Na 2 jaar wordt het gezin herenigd in Hollandia en in ’60 gaan ze definitief terug naar Nederland. Alje: “We wilden niet weg, mijn broer en ik zaten huilend in de auto. Maar de werktermijn van mijn vader zat erop.” Terug in Nederland volgt een periode van veel ‘eerste keren’: voor het eerst een tunnel zien, fietsen, tv kijken en sneeuw voelen. Alje: “Ik weet nog dat ik later weleens dacht, wat doen ze hier soms moeilijk. Het is lastig er woorden aan te geven. In Nieuw-Guinea werd gewoon aangepakt, de schouders eronder en weinig ja-maar.”

Ik weet nog dat ik later weleens dacht, wat doen ze hier soms moeilijk. Het is lastig er woorden aan te geven. In Nieuw-Guinea werd gewoon aangepakt, de schouders eronder en weinig ja-maar.

Verdwijnende identiteit
Hoewel Alje weinig behoefte voelt om als toerist terug te gaan naar Papua, bezocht hij 4 jaar geleden toch het eiland dat zijn eerste thuis was geweest. Het wordt zowel een confronterend als inspirerend bezoek. De ontwikkeling van de Papoea’s is na ’62 tot een halt gekomen. “Hoeveel Papoea’s zouden wel niet doorgestroomd zijn naar middelbaar en hoger onderwijs en leidende functies, als dit niet was gebeurd?” Het straatbeeld toont verslavingsproblemen en werkloosheid. De Papoea’s zijn gemarginaliseerd, een minderheid in eigen land, mensenrechten worden geschonden en hun leefomgeving wordt bedreigd door milieuproblemen. “The people from outside” hebben de overhand, kreeg Alje geregeld te horen. Door het delen van zijn verhaal, vraagt Alje aandacht voor het verdwijnen van de identiteit van de Papoea’s. De zaak laat hem niet los en zal dat voorlopig ook niet doen.

Identiteit - Alje | Papua dalam hatiku
In 2017 gaat Alje na 57 jaar voor het eerst terug naar Papua. Samen met zijn vrouw Margret interviewt hij studenten die een studiebeurs krijgen van stichting Hapin. Op deze foto is Alje in gesprek met Esther Sambar (links), studente medical studies.