Van de oevers van de Digoel naar de Hollandse duinen

Papua magazine

Dit verhaal is één van de zeven generatieverhalen uit ons Papua magazine. Ben je benieuwd naar de andere verhalen? Bestel jouw exemplaar in onze winkel.

Arend Jan van der Scheer (41) is 5 jaar oud als hij met zijn ouders, zussen en broer naar Papua reist. Zijn vader wordt er als zendeling naartoe gestuurd. Ruim zeven jaar wonen ze in het afgelegen dorpje Kaisah, in de binnenlanden. De stap ernaartoe is groot. Maar de stap terug naar Nederland nog groter. “Papua blijft deel van mij. Het heeft mij gevormd tot wie ik nu ben.”

Arend Jan | Papua dalam hatiku
Fotografie: Maya Matu
Arend Jan | Papua dalam hatiku

Veel verder van het oerwoud van Papua kun je niet wonen – letterlijk en figuurlijk. Op zoek naar een baan in de kunstsector kwamen Arend Jan en zijn vriendin in Den Haag terecht. Ze wonen er samen met hun kinderen van 8 en 5 jaar. Hij werkt als docent op een praktijkschool in de Schilderswijk, met kinderen van allerlei culturele achtergronden met een leerachterstand. “Het is vooral de korte afstand tot de zee die maakt dat ik me thuis voel in Den Haag. Of dat te maken heeft met mijn jeugd in Papua? Dat zou goed kunnen.”

“Kaisah, waar ik van mijn 5e tot mijn 12e woonde, ligt aan de Digoel-rivier in het zuiden van Papua. Vanuit Nederland duurt het haast een week om er te komen, per vliegtuig en boot. Ik herinner me Kaisah als een overzichtelijk dorp waar ik me makkelijk kon oriënteren. Parallel aan de rivier liep de vliegstrip met direct daaraan ons huis. De strip liep over in een lange zandweg met aan beide kanten huizen op palen.”

Van klei maakten we kogeltjes voor de katapulten waarmee we het bos in trokken.

Dubbel gevoel
Waarom ging jouw familie naar Papua?
“Mijn vader werd door de kerk in Middelburg als zendeling naar Papua gestuurd. Destijds bekend werkterrein voor onder andere de vrijgemaaktgereformeerde zending. Voordat wij in Kaisah kwamen wonen, was men daar aan de slag geweest om het gebied te ‘openen’ – zoals dat genoemd werd. Ze riepen de mensen die verspreid in de bossen woonden op om bij elkaar in een dorp te gaan wonen. Daar werd een kerk, school en gezondheidspost geopend. Mijn vader hoorde bij de derde golf zendelingen die naar het gebied kwam.

Mijn ouders maakten eerst samen een reis van zes weken naar Papua. Daarna vertrokken we definitief als gezin, met toen nog vier kinderen. Op dat moment was ik 5 jaar oud. Mijn jongste zus is in Papua geboren. Na onze aankomst duurde het ongeveer een half jaar voordat mijn broer, zussen en ik de taal goed genoeg spraken om contact te maken met andere kinderen in het dorp.

Voordat de zending in dit gebied aan de slag ging, bestond Kaisah dus niet. De Nederlandse en later de Indonesische overheid hebben dankbaar gebruikgemaakt van de stichting van dit soort dorpen. Zo zijn de mensen immers makkelijker onder controle te brengen. Eerlijk gezegd geeft mij dat een dubbel gevoel. Deze gang van zaken heeft invloed gehad op de moeilijke leefsituatie van de Papoea’s, tot op de dag van vandaag.”

Had je als kind een beeld bij het werk van je ouders?
“Mijn vader had als opdracht om de kerk van Kaisah en een aantal omliggende plaatsen te begeleiden naar zelfstandigheid. Lokale mensen werden opgeleid om zonder steun van buitenaf het kerkelijk leven te leiden. Hij legde veel bezoeken af in het dorp en bezocht dorpen in de regio. Dan voer hij met een sloep stroomopwaarts en was een paar weken weg. Vaak reisden we als gezin met hem mee. Bijvoorbeeld wanneer hij op werkbezoek ging naar de dichtstbijzijnde stad, Merauke.

Mijn moeder was in Nederland werkzaam als fysiotherapeut. Die kennis en ervaring zette zij in Papua ook in, bijvoorbeeld voor mensen die moesten revalideren van een ongeluk. Fysiotherapeut zoals wij dat kennen, was daar een onbekend beroep. Mijn moeder werd dan ook vaak gezien als dokter. Zo heeft ze eens een vrouw geholpen die het bos uit kwam rennen nadat zij door een kasuaris in haar oog was gepikt. Mijn moeder gebruikte het boek When there is no doctor en deed in die situaties zoveel mogelijk haar best om te helpen.”

Arend Jan | Papua dalam hatiku
Arend Jan | Papua dalam hatiku
Arend Jan | Papua dalam hatiku

Naar het internaat
Toen je 12 jaar oud was, kwam je terug in Nederland.
Hoe was die overgang?
“De overgang naar het Nederlandse leven begon al eerder. Op mijn 10e werd ik naar een internaat in Sentani gestuurd, aan de andere kant van Papua. Die
stad ligt hemelsbreed bijna 500 kilometer bij Kaisah vandaan, een reis die alleen per vliegtuig kon worden gemaakt. Mijn zus was al in datzelfde internaat, dat gerund werd door Nederlandse ‘internaatouders’.

Ik kreeg er les in het Nederlands en had Nederlandse klasgenootjes. De bedoeling was dat de overgang naar Nederland soepeler zou verlopen. Want dat we hier tijdelijk zouden wonen, was altijd al het idee. Uiteindelijk heb ik tweeënhalf jaar in het internaat gewoond. Dat was niet makkelijk: ik moest mijn ouders, broer en zussen in het veilige Kaisah achterlaten en zag hen alleen tijdens vakanties. Er is veel te zeggen over internaten met de kennis van nu, maar het was een keuze die paste bij die tijd.”

“De definitieve terugkeer naar Nederland was zwaar en vormend. Ik was inmiddels 12 jaar oud en de overstap van het internaat naar een Nederlandse middelbare school kon haast niet groter. Ik weet nog dat ze op het schoolplein aan mij vroegen of ik voor Feyenoord of Ajax was. Ik had geen idee wie dat waren. Het heeft mij de nodige onzekere periodes opgeleverd.”

Er werd gevraagd of ik voor Feyenoord of Ajax was. Ik had geen idee wie dat waren.

Hoe kijk je nu terug op jouw jeugd in Papua?
“Eerlijk gezegd voel ik mij daar weleens ongemakkelijk bij. Ik heb goede herinneringen aan mijn jeugd in Kaisah. Maar ik voelde als kind al dat het een onnatuurlijke situatie was. Ik zag er anders uit dan de dorpskinderen. Daarnaast hadden wij veel bezit en geld, maar we woonden tussen mensen die niks hadden. Uit rondzendbrieven van mijn ouders uit die tijd maak ik op dat die ongelijkheid ook voor hen een worsteling is geweest.

Soms hoorden we erbij, soms niet. Ik herinner me nog een vrouw uit het dorp die je met de kennis van nu psychotisch zou noemen. Ze dwaalde vaak schreeuwend rond ons huis. De dorpsbewoners erkenden het probleem. Maar toen mijn vader een keer boos werd op de vrouw, namen de andere dorpsbewoners het voor haar op. Op dat moment stonden zij pal achter deze vrouw. Mijn ouders hebben altijd geprobeerd iets te betekenen voor de mensen. Zo heeft mijn moeder, nadat zij was bevallen van mijn jongste zus, een tijdje borstvoeding gegeven aan een ander kindje uit het dorp. De betreffende moeder was bevallen van een drieling en kon niet alle kinderen voeden. Het kindje zou het anders niet hebben overleefd.”

Arend Jan | Papua dalam hatiku
Arend Jan | Papua dalam hatiku
Arend Jan | Papua dalam hatiku

Als buitenstaander integreer je nooit volledig in Papua. Maar naderhand integreren in Nederland was misschien nog wel moeilijker.

Karikatuur
Wat voor gesprekken heb je met anderen over Papua?
“Over het algemeen zijn mensen geïnteresseerd in mijn familieverhaal. Een enkele keer wordt het tot een karikatuur gemaakt en word ik bijvoorbeeld ‘junglekind’ genoemd. Maar ik blijf het lastig vinden om uit te leggen wat Papua precies voor mij betekent. En verklaren waarom ik in Nederland niet altijd kan aarden is nog moeilijker. In 2013 ben ik samen met mijn vriendin teruggegaan naar Papua. Het was een fantastisch en tegelijk emotioneel weerzien. Ik heb altijd een soort heimwee gehouden na ons vertrek uit Kaisah. Het was geweldig om het dorp aan mijn vriendin te kunnen laten zien. Kaisah was tot dan toe een plek die ik aan niemand in Nederland kon uitleggen.”

Welke rol speelt Papua nu in jouw leven?
“Als buitenstaander integreer je nooit volledig in Papua. Maar naderhand integreren in Nederland was misschien nog wel moeilijker. Ik heb lang geprobeerd te aarden in Nederland en te zoeken naar het deel van mijn identiteit dat hier ligt. Maar het leven gaat me hier soms te snel, het is gejaagd en het contact is vluchtig. Het is niet zo dat ik daar nooit mee om kan gaan. Maar door mijn jeugd in Papua heb ik ervaren dat het ook anders kan. Ik blijf waardering houden voor het gemeenschapsgevoel van de mensen in Papua. Ze
leven er in harmonie met de natuur, op een manier die wij niet kennen. Pas sinds een aantal jaar kijk ik dan ook anders naar mijn identiteit. Mijn jeugd in Papua is niet iets wat ‘geweest’ is. Het blijft deel van mij en heeft mij gevormd tot wie ik nu ben.”

Auteur: Vera Wesseling

Dit verhaal is één van de zeven generatieverhalen uit ons Papua magazine. Het Papua magazine vertelt op laagdrempelige wijze de gedeelde geschiedenis tussen Nederland en Papua. Niet (alleen) aan de hand van cijfers en feiten, maar juist via verhalen van hen wiens familie- en levensloop gekleurd is door deze geschiedenis. Dat maakt het magazine ook goed leesbaar als je nog weinig tot niks weet over Papua en zijn koloniale historie. Bestel jouw exemplaar in onze winkel.

Meer verhalen over

Identiteit|Papua magazine